Bedrijfsjuristen die tevens advocaat zijn in dienst van hun werkgever, dienen punten te behalen in het kader van de permanente nascholing (op grond van de Verordening op de Advocatuur).
Een advocaat behaalt één opleidingspunt door ieder heel uur dat hij/zij onderwijs heeft gevolgd dat de praktijkuitoefening of de praktijkvoering ten goede komt (zie artikel 4.4 van de Verordening op de Advocatuur).
De Beroepsopleiding Bedrijfsjuristen komt niet voor erkenning door de NOvA in aanmerking omdat de opleiding minder dan vijf keer per jaar van start gaat. De advocaat-bedrijfsjurist dient het aantal in het kader van de Beroepsopleiding Bedrijfsjuristen behaalde opleidingspunten zelf op te voeren op het CCV-formulier. De NOvA controleert door middel van dit formulier jaarlijks het behaalde aantal opleidingspunten. De advocaat-bedrijfsjurist dient bij deze controle aan te kunnen tonen dat de in het CCV genoemde punten terecht worden opgevoerd. Aan het einde van een kalenderjaar en na afronding van de Beroepsopleiding Bedrijfsjuristen ontvangt de advocaat-bedrijfsjurist een overzicht van de gevolgde onderdelen en het aantal uren dat onderwijs is gevolgd. Dit overzicht vormt tezamen met het opleidingsprogramma daarvoor voldoende onderbouwing.